24 October 2018

Visfederatie conferentie over verantwoordelijkheden vishandel

De conferentie van de Visfederatie stond dit jaar in het teken van handelsbarrières, voedselveiligheid, traceerbaarheid en verantwoord ondernemen, ook in het buitenland.

De jaarlijkse conferentie van de Visfederatie vond plaats in Buitenplaats Sparrendaal in Driebergen. Die locatie doet sterk denken aan Kasteel de Wittenburg in Wassenaar, waar in het verleden de nieuwjaarsbijeenkomsten van het Productschap Vis plaatsvonden. De conferentie van de Visfederatie was daarentegen op de toekomst gericht, met als thema ‘Meer verantwoordelijkheden voor de vishandel’.

Die verantwoordelijkheden liggen op het vlak van voedselveiligheid, traceerbaarheid, verantwoord ondernemen en handel met derde landen. Het verhaal over de herkomst en de sociale impact van visproducten wordt steeds belangrijker. Ook de Europese wet- en regelgeving komt met steeds striktere eisen waaraan de levensmiddelenindustrie moet voldoen. Die beide aspecten werden tijdens de conferentie uitgewerkt door sprekers Frank Jan van der Valk, manager export bij het ministerie van LNV, Marian Geluk, directeur van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) en Pieter Klapwijk van technologiebedrijf AgOS.

Voedselveiligheid en vissenwelzijn
Dagvoorzitter Maarten Mens riep de aanwezigen op de Visfederatie te koesteren. Die organisatie werkt al jarenlang voor de sector, met grote inzet van een deskundig team. De thema’s die daarbij centraal staan zijn voedselveiligheid, handel, aanvoer en duurzaamheid. Visfederatievoorzitter Guus Pastoor: “We hebben vanochtend het jaarverslag goedgekeurd. Wij zijn de afgelopen periode onder meer heel druk geweest met de commotie rond de puls en het informeren van de retailers in Frankrijk over de positieve kanten daarvan, maar ook met zaken als vissenwelzijn en internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen.” De verantwoordelijkheid voor dit soort zaken wordt steeds vaker bij het bedrijfsleven gelegd, aldus Pastoor. “Een ontwikkeling die we in de voedselveiligheid al veel eerder hebben gezien. Maar legt dit in het MKB niet onevenredig veel beslag op de tijd van met name kleinere bedrijven?”

Eet meer vis!
Export begint met kennis van procedures, stelt Pastoor. Vandaar de keuze voor spreker Frank Jan van der Valk van het ministerie van LNV. Ook is het goed om de krachten te bundelen met andere organisaties in de foodsector. Veel regels en eisen op het gebied van voedselveiligheid gelden immer voor de hele foodsector. Daarom sloot de Visfederatie zich twee jaar geleden aan bij de FNLI. Peter-Frans Koelewijn (Fishpartners) zit namens de Visfederatie in het bestuur van die organisatie. Tijdens de conferentie bleek dat hij zich tijdens elke FNLI-bestuurvergadering sterk maakt voor de sector. Zo had hij een even simpel als duidelijk advies tijdens de bespreking van het obesitasdossier: “Eet meer vis!”

Ook uit de bijdrage van Marian Geluk bleek de betrokkenheid van het FNLI bij voedselveiligheid – “speerpunt en punt van continue aandacht” –  en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zo blijkt driekwart van de internationale kinderarbeid plaats te vinden in de agrofoodsector. “Daar nemen wij onze verantwoordelijkheid in. We zorgen dat we kennis hebben van risicofactoren. We hebben ons vastgelegd op een inspanningsverplichting om daar verandering in te brengen, met ook financiële inzet.”

Blockchains
Pieter Klapwijk, oprichter van data start up AgOS, ging in op de mogelijkheden van blockchains voor transparante traceerbaarheidstoepassingen. “Block chains bieden enorm veel mogelijkheden,door het vastleggen van alle mogelijke data in het productieproces van een dier, een digitaal paspoort, van verwekking tot bord.” Hij lichtte dit toe aan de hand van het voorbeeld van varkens – “van zaadje tot karbonaadje”. Met deze gegevens kan zowel vooruitgekeken worden naar het eindproduct, als helemaal terug in de keten: traceerbaarheid. Duidelijk werd dat dit voor de vissector voorlopig alleen toegepast kan worden in kweekprocessen. In de visserij kan immers het allereerste begin van het vissenleven (voorlopig?) niet gemonitord worden.