Vanmorgen fietste ik naar het volgende dorp voor een afspraak. Voor mij reed een jonge man op een racefiets. Hij ging rechtop zitten, heel relaxed, en begon – met losse handen dus – zijn jas uit te doen. Geen aarzeling, geen wankeling, niets. Ik keek er vol bewondering naar. Ik kan niet met losse handen fietsen. Wel eens geprobeerd maar het lukte nooit, ik ging altijd zwabberen en pakte het stuur dan maar snel weer vast. Hij deed de jas over zijn stuur en fietste net zo relaxed door.
Ik vond het bijzonder en moest nadenken over mijn bewondering. Was ik jaloers, of afgunstig? Nee, helemaal niet. Wel onder de indruk. Maar ik hoefde zelf ook niet zo nodig met losse handen te fietsen: ik red het heel goed zonder, dus kan ik zonder spijt of afgunst de fietskunst van een ander bewonderen.
Afgunst
Later op de dag moest ik terug denken aan dit voorval, toen ik de berichten voorbij zag komen over de demonstraties van vissers bij het Europarlement, gisteren. Hoe ze op allerlei manieren toch nog probeerden de stemming over de pulsvisserij in hun voordeel om te laten slaan. Met borden en leuzen. En een prachtig pulslied, gezongen door een solidaire zangeres. In het Engels, met in het refrein een zinnetje over jealousy: jaloezie. De dame zong mooi en vol overtuiging, de vissers zongen het refrein vol hoop en overgave mee.
Het heeft niet mogen baten, helaas. De Europarlementariërs waren onvermurwbaar: het nee tegen de pulsvisserij bleef nee. Ik denk dat het niet zozeer jaloezie was, van die Franse vissers, die samen met een rechtlijnige milieuorganisatie in korte tijd de stemming over de puls wisten te beïnvloeden. Het was eerder afgunst: een veel heftiger en gevaarlijker emotie. Afgunst kan leiden tot een hoop ellende, zoals onze vissers nu aan den lijve meemaken.
Bewondering
Die vissers verdienen natuurlijk bewondering, voor hun inzet voor duurzame visserij. Voor hun innovatieve keuzes en de moedige investeringen die ze daarvoor hebben gedaan. Natuurlijk ook uit pragmatische overwegingen: door de wekkerkettingen van de boomkorkotters te vervangen door de pulsnetten besparen ze enorm veel brandstof. En dat scheelt behoorlijk in de kosten. Maar zo moet het natuurlijk ook zijn:je kunt niet alleen uit ideële motieven duurzaam zijn: het moet ook wat opleveren. Anders is het ook niet te betalen. Die mooie combinatie had de puls. En dat riep die afgunst op, bij de Franse vissers. Helaas.. In plaats van ook te zoeken naar alternatieven, gingen ze die afgunst uitleven. En mede daardoor rolde het balletje voor de Nederlandse vissers helemaal de verkeerde kant op.
Strategische allianties
Er komt misschien een dag, dat ingezien wordt dat de puls wel degelijk een goede, duurzame vismethode is. Er wordt ook nog steeds onderzoek naar de effecten gedaan. Wie weet kunnen de resultaten daarvan de beslissende politici overtuigen. Tot die tijd zal de visserij deels weer terug gaan naar af, met de ouderwetse, bodemomwoelende en stookolieslurpende boomkor.
Intussen zullen de Nederlandse vissers en scheepsbouwers verdergaan met innoveren en het bedenken van nog betere vismethodes. En die gaan toepassen en gebruiken. Misschien is het geen slecht idee om daarbij uit strategische overwegingen de afgunst van andere Europese vissers en de weerstand van sommige milieuverenigingen bij voorbaat de wind uit de zeilen te nemen. Door strategische samenwerkingsverbanden en innovatieve platforms op Europees niveau. Zodat hopelijk een volgende keer een debacle als dit voorkomen kan worden.
Lieneke Schuitemaker